Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij deed Abram goed, [34]om harentwil; zodat hij had [35]schapen, en runderen, en ezelen, en knechten, en maagden, en ezelinnen, en kemelen. 34. Omdat hij voorgenomen had haar te trouwen, en dat liever met Abrams vriendschap dan onwil. 35. Onder de woorden van schapen en runderen, wordt allerlei klein en groot vee begrepen, gelijk onder hfdst.13 vs.5, en hfdst.20 vs.14, en hfdst.26 vs.14, enz. Zie ook Lev.1:2.